
Waarom het tijd is voor erkenning, ook op het werk.
Eén op de vijf zwangerschappen eindigt in een miskraam. En toch praten we er zelden over. Niet thuis. Niet op het werk. En zeker niet in die eerste weken van een zwangerschap. Want stel dat het misgaat.
En precies daarom blijft het vaak stil. Niet omdat het verdriet ontbreekt, maar omdat de ruimte ontbreekt om het te delen. Het verlies speelt zich af in het verborgene, vroeg, stil, en vaak onzichtbaar voor de buitenwereld. En wie dat meemaakt, blijft achter met leegte. En stilte.
Ik weet hoe dat voelt. Ik verloor zelf twee ongeboren kinderen, beide keren voor de twaalfde week. Ik had het nog met niemand gedeeld, en dus was er ook niemand die het wist. Geen ritueel. Geen woorden. Geen kaarten op de mat. Alles ging door, behalve ik. Ik raakte mezelf ergens onderweg kwijt.
Daarom raakte het me dat de gemeente Amsterdam heeft besloten om rouwverlof mogelijk te maken bij zwangerschapsverlies voor 24 weken. Het is zoveel meer dan een regeling. Het is erkenning. Voor verlies dat al die tijd te weinig ruimte heeft gekregen.
In 2017 verloor ik mijn zoon Michiel. Hij was 21. Een verlies dat wel zichtbaar was. Wat ik in de jaren daarna leerde, is dat verlies geen rangorde kent. Elk verlies rouwt op een eigen manier. En elk verlies verdient ruimte.
Wat Amsterdam doet, is betekenisvol. Het zegt: dit mag er zijn. Jij mag er zijn, ook als je zwangerschap ‘nog maar pril’ was. Want er is niets pril aan het verlies van iets waar je al voor zorgde, over droomde, en je op verheugde.
We zeggen vaak: wacht met delen tot na twaalf weken. Stel dat het misgaat. Maar juist als het misgaat, heb je mensen nodig die blijven. Die niet adviseren of willen oplossen. Die naast je blijven zitten, gewoon daar.
Toch is de reflex vaak: doorgaan. Weer aan het werk. Alsof er niets is gebeurd. En soms is werk ook precies wat helpt, structuur, afleiding, betekenis. Mits er ruimte is om te voelen wat je voelt. Mits er collega’s zijn die durven vragen hoe het echt met je gaat. En leidinggevenden die niet direct iets willen fixen, maar bereid zijn om te luisteren.
Steeds meer organisaties beseffen dat verlies en rouw op het werk aandacht vragen. Niet als privézaak, maar als iets dat raakt aan hoe we met elkaar werken en leven. Ruimte voor rouw draagt bij aan duurzame inzetbaarheid. Aan verbondenheid. Aan een werkplek waar je als mens wordt gezien.
En dat geldt niet alleen voor vrouwen. Ook mannen verliezen hun droom. Ook zij raken een toekomstbeeld kwijt. Hun rouw wordt nog vaker over het hoofd gezien, maar is niet minder echt.
Rouw raakt het hart, niet alleen de kalender. Een paar dagen verlof kan helpen. Maar belangrijker is het gesprek: wat heb jíj nodig om weer balans te vinden? Voor de één is dat rust. Voor de ander afleiding. Er is geen standaard. Alleen de bereidheid om het bespreekbaar te maken.
Ik hoop dat meer organisaties dit voorbeeld volgen. Niet alleen in beleid. Maar in houding. Want dit gaat niet alleen over verlof. Dit gaat over menselijkheid op het werk.
Over erkenning van dat wat onzichtbaar is, maar alles verandert.
Afbeelding: uit Parool 10-07-2025